Bij het bouwen van een huis wil je als bewoner inspraak hebben over hoe het eruit komt te zien. Immers: je moet er gaan wonen. Het moet een thuis worden. Iets waar je je op je gemak voelt, maar tegelijkertijd iets dat anderen niet hebben. Steeds meer mensen kiezen ook voor ecologisch: het (bouwen van het) huis mag geen negatieve gevolgen voor het milieu hebben. In het verlengde liggen dingen als duurzaamheid, energiezuinigheid en materiaalkringloop.
Veel ecologische woningen zijn speciaal voor een koper ontworpen, de massabouw van huizen is vaak niet ecologisch. Daarom zijn dit soort woningen in uiterlijk van verschillende vormen te onderscheiden en is het soms meer een architectonisch hoogstandje dan gewoon een vrijstaand huis. Het hóeft niet zo te zijn overigens, als de bewoner dat niet wil. Maar vaak is het gedaan om bijvoorbeeld optimaal van het zonlicht te genieten, zodat daarmee vervolgens weer stroom opgewekt kan worden.
Veel mensen in de Vossenpels (in de Waalsprong tussen Arnhem en Nijmegen) kiest driekwart voor een ecologisch woonhuis. De opdrachtgevers mogen daar zelf hun kavelgrootte, architectuur en materiaalkeuze bepalen. Ecologisch blijkt voor deze mensen toch de beste uitkomst als ze denken aan kosten, investering, terugverdientijd en verkoopwaarde. Natuurlijk communiceert een ecologisch huis ook wat je waardevol vindt en wat je achterlaat in de natuur.
En zo is een ecologisch huis voor opdrachtgevers tegenwoordig helemaal hip. Of het er nu uitziet als een standaard huis, of bijna als een kunstwerk. Architectonisch is het altijd indrukwekkend.
